Schrijven in spreektaal: gemakkelijker gezegd dan geschreven
Schrijf alsof je een gesprek voert. Een betere schrijftip heb ik niet voor je. Het maakt niet uit of je via een brief communiceert. Of via een blog of webpagina op het beeldscherm. Ga een dialoog aan in gewone-mensentaal. En voorkom een monoloog in wollige taal of een aaneenschakeling van lange zinnen. Soms voel ik me een roepende in de woestijn. Waarom? Over de voorkeur voor spreektaal bestaan enkele hardnekkige misverstanden. De hoogste tijd om die uit de wereld te helpen. Daarom vertel ik je in dit blog waarom schrijven in spreektaal zo krachtig werkt.
Conventies of inhoud?
Ik weet het: schrijven in spreektaal is gemakkelijker gezegd dan geschreven. Zelf heb ik het ook moeten leren. Op de middelbare school waren de conventies belangrijker dan de inhoud van de boodschap. En tijdens mijn studie Bestuurskunde sprak ik als een wetboek of een corpsbal. Als mijn moeder vroeg of ik naar huis kwam, zei ik: ‘Dat behoort eventueel tot de mogelijkheden. Ik zal de voor- en nadelen van naar huis komen zorgvuldig afwegen en de juiste keuze maken.’ Waarom zei ik niet: ‘Ja, gezellig’.
Pas tijdens mijn studie Nederlands ontdekte ik het effect van schrijven in spreektaal. Mijn stage- en scriptiebegeleider Jos was behalve docent Communicatie ook eigenaar van een reclamebureau. Zijn lessen over overtuigend schrijven in spreektaal staan in mijn geheugen gebeiteld.
Solliciteren met een verkoopbrief
In de periode dat ik een stagebedrijf zocht, zei hij: ‘Schrijf een sollicitatiebrief als een verkoopbrief van jezelf.’ Aan het einde van mijn vierde studiejaar kwam ik nog enkele studiepunten tekort. Het vak ‘Solliciteren’ leverde één punt op. De docent die het vak gaf, werkte pas enkele maanden aan de Fontys Lerarenopleiding. Zijn roots lagen in de algemene literatuurwetenschap. Zijn leerstoel aan de Katholieke Universiteit was vervallen. Nu gaf hij les in een aantal communicatieve vakken.
Regelmatig lag ik met hem in de clinch. Bijvoorbeeld over de sollicitatiebrief die ik inleverde voor het vak ‘Solliciteren’. Zijn eerste, spontane reactie vergeet ik nooit meer.
‘Je denkt toch zeker niet dat ik deze brief serieus ga nakijken!’, zei hij geïrriteerd.
‘Waarom niet?’, vroeg ik verbouwereerd.
‘Dit is geen sollicitatiebrief!’, zei hij resoluut.
‘Dankzij deze brief heb ik 7 maanden stagegelopen bij Uitgeverij Malmberg’, pareerde ik.
Van student naar docent
Bovenstaand voorbeeld over de sollicitatiebrief als verkoopbrief vertel ik bewust. Sla de vakliteratuur er maar op na en je merkt het direct: voor een sollicitatiebrief zijn de conventies heel streng. Ik heb me daar nooit iets van aangetrokken. Ik paste de lessen van Jos in de praktijk toe. Ook toen ik op Fontys Hogescholen zelf het vak ‘Sollicitatiebrieven schrijven’ doceerde. Mijn studenten waren niet gewend om met een andere blik naar hun sollicitatiebrief te kijken. Het handboek ‘Leren Communiceren’ was in hun ogen richtinggevend.
Bij de beoordeling van de eerste brieven kon ik maar één conclusie trekken: studenten gedragen zich op papier als een grijze mus. Hun gedrag is niet bewust zo kleurloos. Vakliteratuur was de boosdoener. Zo, het bruggetje naar het eerste hardnekkige misverstand is gemaakt.
Misverstand 1: Theorie en praktijk over verleidelijk schrijven bijten elkaar
In mijn periode als tekstschrijver op de afdeling Voortgezet onderwijs bij Uitgeverij Malmberg heb ik veel Handboeken Nederlands en communicatie onder ogen gehad. Gekscherend durf ik te zeggen: de inhoud van al deze boeken is inwisselbaar.
De sollicitatiebrief is hiervan het meest sprekende voorbeeld. Proefondervindelijk stelde ik dat met tientallen brieven vast. Als ik een brief schreef volgens de geldende conventies, viel er steevast een afwijzing op de deurmat. Als ik solliciteerde met een verkoopbrief kreeg ik meestal een uitnodiging.
Mijn studenten maakten een vergelijkbare transformatie door. Van de eerste oogst aan sollicitatiebrieven pasten er 13 brieven in een dozijn. Stap voor stap veranderden de brieven van gedaante: grijze mussen transformeerden in paradijsvogels op papier.
Jezelf beter verwoorden
Wat is nu de moraal van dit verhaal? Wees jezelf op papier en het beeldscherm en vertel een persoonlijk verhaal. In spreektaal kun je dit gevoel veel beter verwoorden dan in formele schrijftaal. Ontdek het verschil in onderstaande twee openingsalinea’s uit sollicitatiebrieven.
Standaardbrief
Naar aanleiding van uw vacature in het Brabants Dagblad van zaterdag 20 oktober wil ik graag laten weten dat ik interesse heb in de functie van tekstschrijver voor Uitgeverij De Stamboom in Tilburg. Ik schrijf al van jongs af aan verhalen, dus ik denk ik heel geschikt ben voor deze uitdagende job. Ik hoop dat deze brief en het bijgevoegde cv u aanleiding geven me uit te nodigen voor een gesprek.
Persoonlijke brief
Als jochie van 10 jaar sta ik iedere ochtend om 7 uur naast mijn bed. Heel het huis is nog in diepe rust, maar op mijn zolderkamertje heerst al volop bedrijvigheid. Ik zet mijn apparatuur aan en de zender gaat op groen. Vanaf dat moment kan iedereen genieten van een stuiterbal met een voorliefde voor plaatjes draaien en radio maken. Deze voorliefde heeft zich de afgelopen 15 jaar ontwikkeld tot een serieuze relatie. Als ik denk aan de vacature ‘Radiopresentator’ bij Radio Annabel stroomt het radiobloed door mijn aderen. Radio maken voelt voor mij als een warm bad. Dat gevoel wil ik graag overbrengen op de luisteraars van dé radiozender van Eindhoven en omstreken.
Misverstand 2: spreektaal werkt niet bij mijn klanten
Als ambassadeur van schrijven in spreektaal loop ik regelmatig tegen een muur van onbegrip op. Veel (potentiële) klanten zijn zo gebrainwasht dat ze niet open staan voor frisse wind door hun teksten. Ze bevestigen de kracht van Jip-en-Janneke-taal, maar zeggen in een bijzin dat spreektaal niet bij hun klanten past. Ze vinden het niet gepast om klanten op een informele manier aan te spreken. Om eerlijk te zijn: ik moet altijd spontaan glimlachen om deze ‘kont-tegen-de-krib-reactie’.
Voor juridische teksten maak ik een uitzondering op mijn stelregel om spreektaal te gebruiken. Deze teksten moeten juridisch waterdicht geschreven zijn. Van de eerste hoofdletter tot de laatste punt. Alle overige teksten schrijf ik in spreektaal. Jong of oud, lager of hoger opgeleid, minima of grootverdieners: ook jij geeft de voorkeur aan een verfrissende insteek en een toegankelijke tekst.
Heldere, begrijpelijke teksten betalen zich terug
Worstelen jouw klanten graag met een wollig betoog van moeilijke woorden? Struikelen ze liever over een aaneenschakeling van samengestelde zinnen en bijzinnen? Of vind je dat formele taal en jargon professioneler en interessanter klinken? Nee toch. Je wilt toch dat (potentiële) klanten meteen begrijpen wat je bedoelt. Word wakker. Met formele, wollige teksten schep je afstand. Je vraagt lezers om extra moeite te doen. Dat getuigt van weinig inlevingsvermogen en respect. Als je je verdiept in je klant, denk je automatisch na over een heldere uitleg op papier of het beeldscherm. De moeite die jij doet om helder en begrijpelijk te schrijven, betaalt zich terug. Gegarandeerd. Een klant herkent zich in jouw boodschap, want die is gewend om zo te praten. Met collega’s, met familieleden, met vrienden of met de spelers van zijn voetbalteam.
Misverstand 3. Spreektaal is in strijd met spelling- en grammaticaregels
‘Als je in spreektaal schrijft, overtreed je een aantal cruciale regels van de Nederlandse taal’. Deze zin komt letterlijk uit een mailtje dat ik kreeg van een opdrachtgeefster. Ze had me gevraagd om de teksten van een sponsored magazine te schrijven. In een volgend nummer van het businessblad dat zij uitgaf, stond een Belgische stoeterij in de schijnwerpers. Ik voerde leuke gesprekken met de medewerkers van de manage en ik had een goede klik met de eigenaresse. Heel vlot zette ik de interviews op papier. Twee dagen later reageerde de eigenaresse van de stoeterij. Haar mailtje sloeg in als een bom: ‘Ik heb nog nooit in mijn leven zulke slechte teksten gelezen. Deze teksten zijn een professionele tekstschrijver onwaardig’. Ik had even tijd nodig om van de schrik te bekomen. Toen nam ik contact op met mijn opdrachtgeefster. Ze trok partij voor haar Belgische klant. Ik stond in mijn hemd. Waren mijn teksten echt zo slecht geschreven? Nee! De teksten in spreektaal brachten een cultuurschok teweeg bij de onderneemster uit de buurt van Turnhout.
Schrijf spreektaal in goede en slechte tijden
Spreektaal is niet in strijd met spelling- en grammaticaregels. Het ezelsbruggetje ‘t Kofschip voor werkwoordspelling geldt ook voor spreektaal, alleen hoor je het verschil tussen ‘t’ en ‘dt’ vaak niet. Taal ontwikkelt zich. De regels, richtlijnen en inzichten van 25 jaar geleden hebben plaats gemaakt voor nieuwe. Op de middelbare school leerde ik dat je nooit een zin met ‘ik’ mocht beginnen. Ook hamerde mijn leraar Nederlands erop dat het ongepast was om een zin met ‘en’, ‘maar’ of ‘want’ te beginnen. Ik heb nu lak aan deze achterhaalde regels. Afhankelijk van de context en de boodschap begin ik tegenwoordig regelmatig een zin met ‘ik’. En ik zet op tijd een punt. Soms al na één woord om dit woord extra te benadrukken. En ik laat zinnen beginnen met ‘en’, ‘maar’ of ‘want’. Als je praat, benadruk je woorden. Of je laat korte stiltes vallen. Waarom doe je dat dan ook niet op papier of op het beeldscherm? Spreektaal komt veel vriendelijker over dan formele taal. Ook als je slecht nieuws brengt of reageert op een klacht. Onderstaande openingsalinea’s komen uit aanmaningen van een incassobureau en illustreren het verschil tussen een standaardbrief en een persoonlijke brief.
Standaardbrief
Wij verzoeken u de openstaande vordering voor 1 april 2020 over te maken op ons rekeningnummer. Als u in gebreke blijft en uw betalingsverplichting niet nakomt, zijn we genoodzaakt deze vordering uit handen te geven ‘De Kock & Hamerveld Gerechtsdeurwaarders’. De extra kosten die we moeten maken voor het inschakelen van een deurwaarder komen voor uw rekening. Dat geldt ook voor de extra kosten die gepaard gaan met het starten van een juridische procedure. Welke tekst heeft het meeste effect denk je?
Persoonlijke brief
Uit onze administratie blijkt dat er nog een factuur openstaat. Misschien bent u vergeten om te betalen. Of u heeft momenteel onvoldoende saldo om deze factuur over te maken. Als u de factuur vóór 1 april 2020 overmaakt, betaalt u geen extra kosten. Lukt het niet om nu te betalen, neem dan contact op om afspraken te maken over een betalingsregeling. Horen we niets van u, dan schakelen we een deurwaarder in. En zo nodig starten we een gerechtelijke procedure. Beide kosten kunnen hoog oplopen en komen voor uw rekening. Als loyale klant zadelen we u liever niet op met deze extra kosten. Daarom hopen we snel van u te horen.
Schrijven in spreektaal? 3 handige tips
Sommige mensen denken dat je letterlijk moet opschrijven wat je zegt. Dat is een groot misverstand. Aan een letterlijke weergave van een monoloog of dialoog kun je geen touw vastknopen. Zo’n tekst is onleesbaar. Hoe moet het dan wel?
- Gebruik een memo-recorder om je tekst in te spreken. De opname is de basis van je verhaal. Het is nu een kwestie van redigeren, overbodige woorden schrappen en op tijd een punt zetten.
- Vraag je bij elke zin af: kan ik deze tekst probleemloos uitspreken of voordragen?
- Lees de tekst hardop voor. Je merkt snel genoeg waar de valkuilen zitten. Je struikelt over je eigen woorden of je weet niet meer precies waar de tekst over gaat.
Hulp nodig bij schrijven in spreektaal?
De titel van dit blog is veelzeggend: Schrijven in spreektaal is gemakkelijker gezegd dan geschreven. Ook al ga je aan de slag met de 3 tips: schrijven in spreektaal vergt oefening, oefening en nog eens oefening. Vanzelfsprekend help ik je graag daarbij. Interesse? Bel (06) 53 22 60 82 of vul het contactformulier in om een afspraak te maken.
Als tekstschrijver, copywriter, contentcreator, storyteller, blogger, presentatiecoach en SEO tekstschrijver helpt André Driessen ondernemers in de regio Eindhoven – Tilburg – Helmond – Den Bosch om hun ideeën te verwoorden. Op papier, op het beeldscherm of bij presentaties, zoals de Elevator Pitch of een Pecha Kucha.
Speciaal voor ondernemers heeft hij enkele beproefde workshops ontwikkeld: Bloggen, Storytelling, Webschrijven, Verkoopbrieven schrijven en Elevator Pitch. Ook geeft hij graag gastpresentaties over de disciplines die hij beoefent.
Samen met de experts van Kwaaijongens laat André ondernemers scoren met WordPress-websites.